Lange Frans & Baas B - Jonge moeders lyrics
Het was op een hele mooie dag,
dat ik door de wijk liep en een kinderwagen zag.
En ik keek even om me heen,
ik vond het vreemd, want wie laat z'n kleine baby nou alleen?
Maar daar kwam ik al snel achter,
er kwam een dame aangelopen met haar hondje en ze lachte:
Dat is m’n zoontje van twee.
Ik zag ‘r staan, keek ‘r aan en dacht meteen: Je moet met mij mee!
Ze zei: Ik zit een beetje in de stress,
want m'n hond was weggelopen en ik moet om één uur naar de crèche.
Ik zei: Maak je maar niet druk,
je hebt nog vijf minuten en ik heb een auto dus je hebt geluk.
Zet je kind maar achterin… en je hond ook,
in één klap was ik vader van een heel gezin.
Zette die kleine net op tijd af bij de crèche,
je moeder en ik zien je straks om een uur of zes.
Oh, oh, oh jonge moeders, jonge moeders, jonge moeders.
Oh, oh, oh jonge moeders, jonge moeders, jonge moeders.
Jij begint al vroeg en brengt de kids naar hun klassie,
daarna doe je rustig de boodschappies voor pappie.
Die zit veilig op kantoor in z’n pakkie,
rond 11 uur sta ik op de stoep voor een bakkie.
En dan kletst ze me de oren van m’n kop,
het huwelijk gaat niet meer top en vroeger was er een vonk.
Ik neem nog een slok, luister en let op,
één fout woord en ik duik er bovenop.
Ik ruik het toch als je wandelt door de straat
en ja, mij ken je langer dan vandaag.
Ik ben niet als al die andere mannen met een baan,
ik kan op de bank hangen elke dag van de maand.
Dus ik lach effe naar je en vermaak je koters
en na school gooi ik een balletje over.
Zolang ze niet hapt, blijft m’n plannetje lopen,
ik smacht en ik wacht want de kans die ligt open.
Oh, oh, oh jonge moeders, jonge moeders, jonge moeders.
Oh, oh, oh jonge moeders, jonge moeders, jonge moeders.
Het is inmiddels half zes
en de koffie is vervangen door een witte wijnfles.
Ze was al los en relaxt maar ze werd relaxter,
ze riep de kids en vroeg: Kids willen jullie wat lekkers?
Ze gaf ze snoep en de kids ja die waren blij,
ze draaide zich om en vroeg aan mij: Wat voor lekkers wil jij?
Ik was met stomheid geslagen,
natuurlijk had ik wel een plan maar durf het bijna niet te vragen.
Toch zei ik stoer: Ik wil een ijsje.
Ze zei: Die liggen boven in de vriezer maar we gaan wel effe kijken.
Dus ze liep de trap op (kom met me mee)
en ik er achteraan met die ijslolly in m'n kop.
En glurend onder d’r rok werd ik in de val gelokt
en met één wilde sprong zat jonge moeders op de bok.
En ze liet me niet meer los, bleef d’r zitten tot een uur of tien,
het mooie is: Dat ijsje van d’r heb ik nooit gezien.
Oh, oh, oh jonge moeders, jonge moeders, jonge moeders.
Oh, oh, oh jonge moeders, jonge moeders, jonge moeders.
Oh, oh, oh jonge moeders, jonge moeders, jonge moeders.
Oh, oh, oh jonge moeders, jonge moeders, jonge moeders.
Mag ik dan een handtekening voor m'n zoontje